De eerste Mexicanen Waarschijnlijk
kwamen ongeveer 50.000 jaar geleden de eerste mensen vanuit Azië naar Amerika. Ze trokken over wat nu de Beringstraat is,
over de landengte die de twee continenten toen nog met elkaar verbond. Duizenden jaren gingen voorbij voordat hun nakomelingen
zich over het hele continent hadden verspreid. |
De eerste Amerikanen leefden in kleine groepen. Ze jaagden
verschillende soorten dieren, zoals mammoeten en verzamelden zaden, fruiten en noten. Langzaamaan trokken ze naar het zuiden,
tot zo'n 10.000 jaar geleden een paar stammen in wat nu de Vallei van Mexico is, ontdekten hoe ze hun eigen maïs en pompoenen
konden verbouwen. |
|
Omstreeks 3000 v.Chr. werden de eerste boerengemeenschappen gesticht
en leerde men hoe men potten moest bakken en stoffen kon weven. Deze mensen waren erg bedreven in de pottenbakkerskunst. Naast
de alledaagse kookpotten maakten ze ook erg mooie figuurtjes uit aardewerk. Archeologische vondsten duiden erop dat zij mensenoffers
brachten en kannibalisme bedreven. |
De Olmeken Rond 1200 v. Chr. ontstond
de Olmeekse beschaving. Dit volk leefde in de oerwouden langs de oostkust van Mexico. |
Ze bouwden ceremoniële centra met stenen piramiden, paleizen en standbeelden. Zo maakten
de Olmeekse beeldhouwers kolossale stenen hoofden. Sommige van deze hoofden wegen meer dan 20 ton. De Olmeken hadden een hoog
ontwikkelde godsdienst gebaseerd op de verering van de jaguar. Ze hadden verstand van wiskunde en astronomie en
dreven handel met de Maya's in het oosten met de volkeren die later de Zapoteken en Mixteken genoemd zouden worden. |
|
De stad Teotihuacan Tussen
het jaar 300 en 750 na Chr. kreeg een ander volk de overhand in de Vallei van Mexico. Als hoofdstad bouwden zij Teotihuacan, de "Verzamelplaats der Goden", een prachtige stenen stad met enorme piramiden. Ze vereerden verschillende goden, maar vooral
Quetzalcoatl en Tlaloc. Hun belangrijkste piramiden waren de tempels van van de zon en de maan. |
|
|
Twee eeuwen ging het dit rijk voor de wind en de inwoners werden
rijk door de handel. Men weet niet hoe het aan zijn einde kwam. Mogelijk werd het vernietigd door de Teotihuacanen zelf, in
een tijd van hongersnood en opstand of door een ander volk, die de stad veroverde. De meeste huizen werden door brand verwoest
en de stad raakte uitgestorven op wat mensen na die in de ruïnes bleven wonen. |
De Tolteken Van ongeveer 1000 tot 1150 voerde een volk dat de Tolteken heette het gezag over een groot rijk in Mexico. Ze bouwden
piramiden en gewijde balvelden in hun hoofdstad Tula. |
|
|
Tussen de ruïnes van Tula staan zuilen. Deze zuilen, ook wel
Atlantiden genoemd, zijn meer dan 3,5 m hoog en stellen Tolteekse krijgers voor. Ze dragen hoofdtooien van veren
en schelpen en op hun borst staat de vuurvogel, het symbool van de Tolteekse heersende klasse. Teotihuacanen.Samen vormden
deze beelden een zuilengang die naar de centrale piramide voerde. Ze waren een woest en oorlogszuchtig volk en in hun leger
vochten moedige soldaten die ridders van de Adelaar en van de Jaguar werden genoemd. De Tolteken brachten mensenoffers en
vereerden veelal dezelfde goden als de Olmeken en deNet voor het jaar 1200 werd Tula aangevallen en vernietigd, waarschijnlijk
door de Chichimeken of het "Hondvolk", een volk uit het noorden. |
De Azteken Het laatste
volk dat de Vallei van Mexico binnentrok heette de Mexica's of Tenochca's. Het was een arme, rondtrekkende stam die Nahuatl
sprak, de taal die ook door de Tolteken werd gebruikt. Wij kennen dit volk als de Azteken. Het waren verschoppelingen, die
nergens een plek om te wonen konden vinden. Ze vestigden zich overal waar een beetje ruimte was, tot andere stammen uit de
buurt ze weer wegjaagden. Tenslotte namen ze hun toevlucht tot een moerassig eiland in het Texcoco-meer, het enig stukje
land in de Mexico waar zich nog niemand had gevestigd. Ze noemden hun land Anahuac ofwel "Het land tussen het water". Ergens
tussen 1325 en 1345 bouwden zij daar een dorp, dat tenslotte zou uitgroeien tot de de luisterrijke hoofdstad van het Azteekse
rijk. Op 13 augustus 1521 viel Tenochtitlan, wat het einde van het Azteekse rijk betekende.
De legende van de azteken Volgens
hun eigen legenden woonden de Azteken eerst op Aztlan, een eiland in een meer. Met kano's zijn ze naar het vasteland gevaren
en vonden daar een standbeeld van hun god Huitzilopochtli, die vertelde dat ze met een paar andere stammen naar een nieuw
land moesten reizen. Tijdens hun reis vielen er steeds volkeren af, omdat die onderweg een plaats
hadden gevonden om zich te vestigen. Maar de Azteken reisden verder tot de Vallei van Mexico, waar de andere stammen al het
goede land al hadden bezet. Om te laten zien waar de Azteken hun dorp moesten bouwen, gaf hun god hen een teken: waar een
adelaar op een cactus zit en een slang verslindt, moest het dorp komen. Het dorp werd Tenochtitlan genoemd, wat "De Plek van
de Cactus" betekent. |
|
|